Laos, deel 2.

2 november 2016 - Savannakhet, Laos

Of ik maar even voor de eeuwigheid wil vastleggen dat we gisteren maar liefst 140 kilometer gefietst hebben. Marie Jeanne bemoeit zich niet of nauwelijks met de inhoud van deze stukjes. Ze "plaatst ze alleen maar". Concreet houdt dat in dat ze elke haar onwelgevoeglijke zin verwijdert. Rücksichtslos. Nu zou ik hier een aantal voorbeelden daarvan kunnen weergeven maar dat is gezien de inleidende zinnen van daarnet zinloos. Maar dat van die 140 kilometer is waar. Gisteren, 31 oktober, tussen Takhek en Savannahket. De oplettende lezer zal opmerken dat de afstand tussen die twee plaatsen maar 110 kilometer is. Dat klopt. Die extra 30 kilometer hebben we moeten omrijden omdat de route niet klopte. Al meteen in het begin bleek een afslag verdwenen te zijn waardoor we enige kilometers op een verkeerde weg zaten. En terug moesten. Later op de dag ging het om een langer stuk. De etappe ging voor een deel over een onverharde weg van gravelkleurig zand en uitgeharde modder. Ergens op dat stuk moesten we een rivier over. Normaal gesproken is er dan een brug. Die zijn hier vaak toch al ietsje spannender dan bij ons maar in dit geval was die brug letterlijk in het water gevallen. We hebben nog even geprobeerd om via een bootje van een plaatselijke visser over te steken maar die was plotsklaps spoorloos. Daarna nog in twee dorpjes gevraagd of er een mogelijkheid was om aan de overkant te komen maar iedereen gebaarde dat we terug moesten. Dus toch maar een heel eind terug en omfietsen. Nu was dat gisteren geen pretje. We vertrekken de laatste dagen voor 7 uur ' s ochtends om al een behoorlijk stuk gefietst te hebben voordat het extreem heet is. Eergisteren was het om 6.45 aangenaam maar gisteren liep de temperatuur al tegen de 30 graden op dat tijdstip. En tegen de 40 later op de dag. Een extra reden om meer dan content te zijn met 7 1/2 uur zuivere fietstijd. En nu zijn we voor een dag of 3 in Savannahket, de op een na grootste plaats in Laos. We blijven wat langer omdat hier een Thais consulaat ligt waar we een visum kunnen aanvragen. We hebben vandaag onze paspoorten, reisschema, pasfoto's etc. afgegeven en hopen morgenmiddag een visum in ons paspoort te hebben. Thailand kun je van hieruit zien liggen, aan de andere kant van de rivier, de Mekong, hooguit een paar honderd meter verderop. Maar daar binnenkomen is lastig en aan veel regels gebonden. Als je bijvoorbeeld aan de grens een visum aanvraagt mag je maar maximaal 15 dagen in het land blijven en dat zou voor ons te kort zijn om Bangkok al fietsend te bereiken. Voorheen gingen mensen dan " even" de grens met Cambodja over maar dat schijnt op het moment niet meer zo gemakkelijk te zijn. Gelukkig heeft iemand via een forum op internet ons op dit consulaat gewezen en concreet geadviseerd wat we het beste kunnen doen. Nu nog even afwachten of het oplevert wat we graag willen.

Laos is van de 3 landen waar we tot nu toe geweest zijn het mooist en meest gevarieerd om te fietsen. Na de bergketens en het oerwoud in het noorden zitten we nu op het platteland waar het zo kort na het regenseizoen overweldigend groen is. Vooral de rijstvelden. Eskimo's schijnen 50 (?) woorden voor sneeuw te hebben; nog niet zo lang geleden  schreef iemand een boek over 50 tinten grijs maar de variatie in groen die we hier zien overtreft alles en lijkt eindeloos. We rijden in de buurt van de Mekong, de derde grote rivier van deze trip na de Yangtze en de Rode Rivier. Afgezien van de extreme armoede in Afrika is Laos een van de armste landen ter wereld. Dat is niet iets dat hier rondfietsend echt in het oog springt. Wat we zien is heel wisselend. De mensen maken een heel levendige en opgewekte indruk. Kinderen zitten vol energie. We zien geen ondervoede kinderen, wel dat op veel lagere scholen een warme maaltijd verstrekt wordt zodat kinderen voldoende voedsel binnen krijgen. Elk dorp heeft een school, bijna iedereen heeft fatsoenlijke kleren aan, het is opgeruimd en netjes, veel meer dan in China en in Vietnam waar aan de rand van de meeste dorpen een enorme bende smerig afval lag. Aan de andere kant zien we minder " luxe" artikelen. Het aantal auto's, scooters en smartphones ligt hier duidelijk lager dan in die andere twee landen. Net als in de rest van Azië wordt er keihard gewerkt, maar zien we hier ook voor het eerst dat er bijvoorbeeld machines gebruikt worden bij de bewerking van het land en niet louter mens- en/of dierkracht. Het verschil tussen arm en rijk is soms extreem. Gemetselde huizen ( vaak heel opvallend gekleurd : pastelgroen, roze, lichtblauw) hebben soms de afmeting van kleine kastelen en staan naast oude, wat vervallen houten huizen op palen. Kortom, we weten het niet zo goed. Voor ons is prettig dat het niet gênant voelt om hier rond te fietsen en dat we in plaats van " hello" nu meestal "sawadee" horen. Dat klinkt toch iets authentieker.

Foto’s

2 Reacties

  1. Beppie:
    2 november 2016
    Ik ben onder de indruk van de sportieve prestaties en had ook niet verwacht dat de onderlinge taakverdeling onderweg anders zou zijn dan thuis. Het gezamenlijke resultaat mag er zijn. Groeten en nog veel plezier.
  2. Martien:
    5 november 2016
    Wauww echt wel flinke prestatie, leuk om te lezen alle verhalen.
    Goeie reis verder